+31(0)402445600 ka@keizersadvocaten.nl

Vraagt u zich af u een gevonden voorwerp mag houden? Neem dan contact op mevrouw mr. J. Joosten. Stuur een e-mail naar j.joosten@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor +31 (0)40 24 45 600. In dit artikel zullen wij informeren over alle ins and outs met met betrekking tot de vraag of u een gevonden voorwerp mag houden.

Mag u een gevonden voorwerp houden?

Iedereen heeft wel eens een goed op straat of in de trein gevonden dat onbeheerd was achtergelaten. Vaak gaat het om een niet- kostbare zaak. Maar wat als u medewerker bent van een afvalbedrijf en u vindt in uitoefening van uw beroep een afgedankte printer met daarin een envelop met een bedrag van € 15.100,00. U meldt deze vondst bij de gemeente en besluit het bedrag te bewaren. Wordt uw werkgever of u na één jaar eigenaar van deze vondst?

Deze vraag stond ter discussie bij het Gerechtshof Den Haag[1] en die kwam tot de conclusie dat het bedrijf waar de medewerker werkte de vinder was van het geld, maar dat die niet het eigendom had verkregen, omdat zij niet correct melding had gedaan van de vondst.

Wat houdt vinderschap in?

Wil een vinder van een onbeheerde zaak eigenaar worden van een goed dan dient deze zich te houden aan de vereisten die de wet stelt. De wet spreekt over eigendomsrecht, bezit en houderschap ten aanzien van een goed.

Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht dat een persoon op een goed kan hebben. Het staat de eigenaar vrij om het goed te gebruiken. De eigenaar van een goed is bevoegd de zaak van iedereen die haar zonder recht  houdt op te eisen.

Het bezit is het houden van een goed voor zichzelf. Het bezit kan worden verkregen door het in bezit nemen van een goed, door de verkoop van een goed waardoor het goed wordt overgedragen en door erfopvolging. De wet stelt dat degene wie een goed houdt, wordt vermoed dit voor zichzelf te houden. Een bezitter verliest het bezit, wanneer hij het goed prijsgeeft of wanneer een ander het bezit van het goed krijgt.

Terwijl een houder de feitelijke macht heeft over een goed van een ander, maar dat goed voor een ander houdt.

Een vinder is dus bezitter van het goed met de pretentie eigenaar van dat goed te worden.

Wat zijn de wettelijke vereisten om eigenaar te kunnen worden?

De wet biedt de vinder van een onbeheerd goed de mogelijkheid eigenaar van het goed te worden. Hij dient daarbij te voldoen aan de volgende verplichtingen:

  1. het goed onder zich nemen en met bekwame spoed van de vondst aangifte doen bij een ambtenaar;
  2. het goed onder zich nemen en met bekwame spoed mededeling van de vondst doen als deze is gevonden in een woning, een gebouw of vervoersmiddel; of
  3. de zaak in bewaring geven aan de gemeente die dit vordert.

Voor de beantwoording of het goed onder zich is genomen speelt de aard van de zaak een rol. Immers een portemonnee onder zich houden is makkelijker dan een auto. De Hoge Raad vond dat het doen van aangifte bij de politie van de vondst van een gestolen auto gelijk is aan het onder zich nemen van de auto door de vinder.[2]

“Met bekwame spoed” wil zeggen dat van een vinder niet een onmiddellijke reactie wordt verwacht, maar dat hem in verband met de behoefte aan enig beraad of onderzoek een ruimere tijd wordt gegund.

De aangifte dient te worden gedaan bij een ambtenaar. Dit hoeft niet een politieambtenaar te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook een ambtenaar van de gemeente zijn. De vinder mag van de ambtenaar een bewijs van aangifte verlangen.

Heeft de vinder de desbetreffende zaak in een woning, een gebouw of een vervoersmiddel, zoals een trein, gevonden dan moet de vinder de mededeling van de vondst doen aan degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoersmiddel in gebruik of exploitatie heeft.

Een gemeente zal de zaak gaan vorderen als de waarde van de vondst groot is. In dat geval is het minder gewenst dat de vinder de zaak onder zich bewaart. De vinder kan dan aan de ambtenaar een bewijs van inbewaringgeving verlangen.

De vinder die aan deze vereisten heeft voldaan verkrijgt de eigendom van de zaak één jaar na de aangifte of mededeling, mits de zaak op dat tijdstip nog bevindt in de macht van de vinder of de gemeente. Een gemeente mag namelijk na drie maanden het goed verkopen, vernietigen of overdragen, als het een niet kostbare zaak is die niet door haar is gevorderd tot afgifte.

Kortom geef niet zomaar het goed af aan de gemeente, daardoor loopt u mogelijk het eigendomsrecht mis ten aanzien van het goed.

Heeft de werknemer correct gehandeld en is hij eigenaar geworden van het gevonden voorwerp?

In deze zaak in de inleiding ging het over een werkgever die het gevonden geld van haar werknemer vordert, omdat het geld werd gevonden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. De werknemer stelde zich in rechte op het standpunt dat hij de eerlijke vinder was van een verloren en onbeheerde zaak.

De rechtbank heeft de werknemer in het gelijk gesteld. Het vinden van een verloren voorwerp is geen rechtshandeling, zo oordeelt de rechtbank. Daarom kan niet geoordeeld worden dat de medewerker het geld ‘namens’ de werkgever heeft gevonden.

Maar in hoger beroep loopt de zaak anders. Het gerechtshof is het met de werkgever eens. Gezien de bedrijfsactiviteiten van de werkgever en de taak van de medewerker, was het ‘onontkoombaar’ dat de medewerker het geld zou vinden. Elke andere medewerker van het bedrijf in dezelfde functie zou het geld in de printer gevonden hebben, als de printer na aflevering bij hem of haar was terechtgekomen. Daarom moet het bedrijf in dit geval als vinder van het geld worden aangemerkt. De medewerker moet het geld aan zijn baas afgeven.

Wanneer is de werkgever eigenaar geworden van het gevonden voorwerp?

Eigenaar van een vondst wordt men dus op twee manieren. De eerste is hierboven beschreven; er moet worden voldaan aan de vereisten van artikel 5:5 BW.

Op dit punt valt het een en ander aan te merken ten aanzien van de werkgever. Immers de vondst dient nog door de werkgever bij de politie te worden aangegeven. Nu twee jaar is verstreken is van bekwame spoed mogelijk geen sprake meer.

De andere mogelijkheid betreft de extinctieve verjaring van artikel 3:105 BW. Hij die een goed bezit na een termijn van 20 jaar verkrijgt dat goed, ookal was het bezit niet te goeder trouw. Een beroep op de verkrijgende verjaring helpt de werkgever in deze situatie niet, omdat de goede trouw ontbreekt immers het gaat om een verloren zaak. Kortom de werkgever verkrijgt het eigendom pas na 20 jaar.

Meer informatie nodig over de vraag of u een gevonden voorwerp mag houden?

Wilt u weten of u een gevonden voorwerp mag houden? Neem dan contact op mevrouw mr. J. Joosten. Stuur een e-mail naar j.joosten@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor +31 (0)40 24 45 600. In dit artikel zullen wij informeren over alle ins and outs met met betrekking tot de vraag of u een gevonden voorwerp mag houden.

De voetnoten

[1] Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GDHA:2017:33
[2] HR 25 oktober 1996, ECLI:NL:HR:1996:ZC2178, NJ 1998,16)