Bent u voornemens een enquêteprocedure te starten vanwege wanbeleid binnen uw onderneming? Neem dan contact op met mr. R.G. Roeffen. Bel of stuur een sms-bericht of WhatsAppbericht naar telefoonnummer 06 22 45 58 87 of stuur een e-mail naar r.roeffen@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor +31 (0)40 24 45 600. In deze blog zullen wij informeren over het starten van een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer.
Wanneer kunt u naar de Ondernemingskamer?
Indien er ruzie is tussen aandeelhouders kan een beroep worden gedaan op de wettelijke geschillenregeling. In die procedure kan een aandeelhouder gedwongen worden om zijn aandelen in de onderneming te laten overnemen door zijn medeaandeelhouder of kan hij gedwongen worden de aandelen van zijn medeaandeelhouder juist over te namen.
Het nadeel van die procedure is dat het geschil lang kan duren en dat dat niet wenselijk is. In dat geval kan een enquêteprocedure starten bij de Ondernemingskamer een goed alternatief zijn. Inzet is dan de vaststelling van wanbeleid. Een dergelijke procedure wordt gevoerd bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam.
De wet bepaalt in art. 2:346 dat aandeelhouders (of certificaathouders), de vennootschap zelf, commissarissen of werknemersorganisaties de Ondernemingskamer kunnen vragen om een onderzoek te doen naar het beleid en de gang van zaken binnen een onderneming.
De verzoekende partij dient bij het aanvragen van de procedure feiten en omstandigheden aan te voeren die gegronde redenen geven om te twijfelen aan een juist beleid. Wanneer de Ondernemingskamer een uitspraak doet en wanbeleid vaststelt kan dat behoorlijke gevolgen voor bestuurders en aandeelhouders hebben.
Doorgaans wordt op een termijn van 6 weken een datum voor de mondelinge behandeling van het verzoekschrift bepaald. Indien de Ondernemingskamer het aanvragen van een onderzoek toewijst dan stelt de Ondernemingskamer in zijn uitspraak het bedrag vast dat het onderzoek ten hoogste mag kosten. De rechtspersoon betaalt de kosten van het onderzoek alsmede de redelijke en in redelijkheid gemaakte kosten van verweer van de met het onderzoek belaste personen.
De onderzoeker stelt een verslag van zijn bevindingen op. Degenen die in het verslag worden genoemd worden in de gelegenheid gesteld om opmerkingen te maken ten aanzien van wezenlijke bevindingen die op henzelf betrekking hebben. De wet bepaalt uitdrukkelijk dat het eenieder verboden is om mededelingen te doen uit de inhoud van het concept-verslag of delen daarvan.
Het verslag van de onderzoeker wordt aan de Ondernemingskamer toegezonden. Een termijn hiervoor bepaalt de wet niet. Indien uit het verslag wanbeleid blijkt dan kan de Ondernemingskamer op verzoek een aantal voorzieningen treffen zoals:
- schorsing of vernietiging van een besluit van de bestuurders, van commissarissen, van de algemene vergadering;
- schorsing of ontslag van één of meer bestuurders of commissarissen;
- tijdelijke aanstelling van één of meer bestuurders of commissarissen;
- tijdelijke afwijking van de door de Ondernemingskamer aangegeven bepalingen van de statuten;
- tijdelijke overdracht van aandelen ten titel van beheer;
- ontbinding van de rechtspersoon.
Hoe werkt een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer?
Een enquêteprocedure begint met een verzoekschrift. Dat verzoekschrift wordt ingediend door een advocaat.
In art. 2:346 BW is bepaald wie bevoegd zijn tot het aanvragen van een enquêterecht. Op grond van dit artikel kunnen aandeelhouders van de BV of NV die ten minste 10% van het aandelenkapitaal vertegenwoordigen en waarvan het geplaatste aandelenkapitaal maximaal € 22.5 miljoen is de Ondernemingskamer van het Gerechtshof in Amsterdam verzoeken om een dergelijk onderzoek in te stellen.
De Ondernemingskamer wijst een dergelijk verzoek toe als zij gegronde redenen heeft om te twijfelen aan een juist beleid of een juiste gang van zaken. Er wordt dan een onderzoeker aangesteld die toegang krijgt tot de administratie van de onderneming. De onderzoeker stelt uiteindelijk een onderzoeksrapport op.
Het onderzoeksrapport van de onderzoeker kan aanleiding zijn voor de Ondernemingskamer om in zijn uitspraak te oordelen dat er sprake is van wanbeleid.
Kan ik een voorlopige voorziening vragen bij de Ondernemingskamer?
In sommige gevallen is de nood zo hoog dat er onmiddellijk in de onderneming moet worden ingegrepen. Er dient een snelle uitspraak te komen. Bij de Ondernemingskamer kunnen in dat verband voorlopige voorzieningen worden gevorderd, zoals schorsing van een bestuurder of het tijdelijk uitoefenen van het stemrecht van een aandeelhouder door een derde. In dat laatste geval worden bij een toewijzende uitspraak de aandelen ten titel van beheer overgedragen aan een derde. Die derde kan dan namens de aandeelhouder het stemrecht uitoefenen.
De Ondernemingskamer kan ook in zijn uitspraak bepalen dat besluiten van bestuurder of van de algemene vergadering van aandeelhouders worden geschorst. Ook daarvoor kan een voorlopige voorziening worden aangevraagd waarover de Ondernemingskamer een uitspraak zal doen..
Verder kan de Ondernemingskamer in zijn uitspraak bij voorlopige voorziening bepalen dat een commissaris wordt aangesteld die toezicht houdt op het bestuur voor een bepaalde periode.
In al die gevallen geldt dat de Ondernemingskamer de voorziening in het belang van de vennootschap nodig acht. Dat zal uit zijn uitspraak moeten blijken.
Indien er eenmaal wanbeleid is vastgesteld dan kan de Ondernemingskamer ook nog voorlopige voorzieningen treffen. De voorlopige voorzieningen kunnen in iedere stand van de procedure worden gevorderd.
De meest gestelde vragen over het starten van een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer
Welke eisen worden er gesteld aan een voorlopige voorziening bij de Ondernemingskamer?
De wet bepaalt dat de Ondernemingskamer bevoegd is om direct voorlopige voorzieningen te treffen. In dat geval moet wel vaststaan dat ingrijpen in de gang van zaken zo dringend gewenst is dat uitstel niet langer verantwoord is. Dat kan vereist zijn in verband met de toestand van de vennootschap of in het belang van het onderzoek. Het zal van de feiten en omstandigheden afhangen of de Ondernemingskamer oordeelt of een voorlopige voorziening dringend is. Er vindt een belangenafweging plaats.
Indien er nog geen onderzoek is gelast dan wordt een voorlopige voorziening alleen toegewezen indien er naar het oordeel van de Ondernemingskamer gegronde redenen zijn om aan een juist beleid of juiste gang van zaken te twijfelen. De Ondernemingskamer heeft dan vermoedens van wanbeleid. Of er daadwerkelijk sprake is van wanbeleid zal pas later in de procedure moeten blijken. Het wanbeleid kan pas worden vastgesteld wanneer het rapport van de onderzoeker daartoe aanleiding geeft. In een eerdere fase laat de Ondernemingskamer zich niet uit over de vraag of er sprake is van wanbeleid. Voor meer informatie over de eisen die gelden voor het starten van een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer kunt u contact opnemen met onze advocaten?
Kan ik in hoger beroep bij afwijzing van een voorlopige voorziening?
Tegen de beschikking van de Ondernemingskamer staat alleen beroep in cassatie open. Er kan dan bij de Hoge Raad worden geklaagd. Er wordt derhalve niet in twee feitelijke instanties over de zaak of er sprake is van wanbeleid beslist.
Er kan ook een voorlopige voorziening hij de gewone voorzieningenrechter worden gevraagd. Tegen die uitspraak staat wel hoger beroep open. Er zal dan wel een keuze moeten worden gemaakt tussen het voeren van een enquêterechtprocedure waarbij een voorlopige voorziening wordt gevraagd of starten van een voorlopige voorziening bij de voorzieningenrechter.
Heeft u andere vragen over het starten van een enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer?
Als u meer vragen heeft over het inschakelen van een gespecialiseerde advocaat wanneer u voornemens bent een enquêteprocedure te starten bij de Ondernemingskamer vanwege wanbeleid binnen uw onderneming, neem dan contact op met mr. R.G. Roeffen. Bel of stuur een sms-bericht of WhatsAppbericht naar telefoonnummer 06 22 45 58 87 of stuur een e-mail naar r.roeffen@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor +31 (0)40 24 45 600.