+31(0)402445600 ka@keizersadvocaten.nl

Heeft u advies nodig over het aanvechten van een concurrentiebeding of het matigen van een boetebeding? Neem dan contact op met mr. P.A. Bonaparte. Hij kan een procedure starten bij de kantonrechter om een concurrentiebeding of boetebeding van tafel te krijgen zodat u zonder problemen aan uw nieuwe baan kan starten. Bel, sms of WhatsApp naar 06 15 43 85 06 of e-mail naar p.bonaparte@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor (0)40 24 45 600. In dit artikel wordt toegelicht wanneer u een concurrentiebeding of boetebeding kunt aanvechten.


Waarom een concurrentiebeding?


Een concurrentiebeding wordt door werkgevers vaak opgenomen in de arbeidsovereenkomst met de werknemer. Op basis van de wet mag een werkgever ook concurrentiebeding met de werknemer overeenkomen[1]. De werkgever doet dat omdat hij er belang bij heeft dat zijn bedrijfsdebiet wordt beschermd. Bijvoorbeeld als de werknemer bij einde van de arbeidsovereenkomst naar een concurrerend bedrijf vertrekt. De werkgever wil immers voorkomen dat de werknemer vertrouwelijke informatie, bedrijfsgeheimen of andere concurrentiegevoelige informatie met zijn nieuwe werkgever deelt. Om dit te voorkomen wordt in de arbeidsovereenkomst meestal een concurrentiebeding opgenomen. Vaak wordt aan het concurrentiebeding een boetebeding gekoppeld, want dan heeft een werkgever een figuurlijke stok om te slaan. Bijvoorbeeld als de werknemer het concurrentiebeding overtreedt.


Wat is een concurrentiebeding?


In het concurrentiebeding is vaak het volgende bepaald. De werknemer mag voor een bepaalde periode niet werkzaam zijn voor en/of een aandeel hebben in bedrijven die concurrerende, dan wel soortgelijke activiteiten verrichten als het bedrijf van de werkgever. Om te bepalen wat wel en niet mag, moet steeds per casus het overeengekomen concurrentiebeding worden geraadpleegd. Verder moeten de activiteiten van de oude en nieuwe werkgever met elkaar worden vergeleken. Als blijkt dat het concurrentiebeding niet wordt overschreden, dan kunt u het concurrentiebeding aanvechten en het boetebeding matigen.


Wanneer is een concurrentiebeding geldig?


Als in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding is overeengekomen, dan geldt het uitgangspunt dat een concurrentiebeding geldig is. Een concurrentiebeding na het einde van de arbeidsovereenkomst is slechts geldig indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan. Daarnaast dient het beding schriftelijk te zijn overeengekomen met een meerderjarige werknemer.

Een concurrentiebeding is niet geldig als een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan met een werknemer die minderjarig is. Tenzij de werkgever het concurrentiebeding noodzakelijk acht vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Dit laatste moet dan ook uit de arbeidsovereenkomst of een beëindigingsovereenkomst blijken.

Verder kan een concurrentiebeding niet geldig zijn als partijen bij een functiewijziging dit niet opnieuw zijn overeengekomen. Verder kan een concurrentiebeding niet geldig zijn als de werkgever bij een functiewijzing niet opnieuw naar het concurrentiebeding heeft verwezen.


Een concurrentiebeding vernietigen of nietig verklaren?


De werknemer is gehouden een concurrentiebeding is overeengekomen. Bijvoorbeeld als in de arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding is opgenomen. Maar ook als bij einde van de arbeidsovereenkomst het concurrentiebeding nog eens expliciet wordt overeengekomen in een beëindigingsovereenkomst.

U kunt als werknemer onder bepaalde omstandigheden een concurrentiebeding bij de rechter aanvechten. De rechter kan een concurrentiebeding vernietigen of nietig verklaren als het concurrentiebeding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen of indien de werknemer door handhaving van het concurrentiebeding in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever onbillijk wordt benadeeld[2].

Of dit het geval is moet steeds worden beoordeeld op basis van alle feiten en/of omstandigheden van het geval. Het komt dan vaak neer op een belangenafweging. De rechter kan het concurrentiebeding vernietigen. Bijvoorbeeld als de werknemer kan aantonen dat zijn recht op het vinden van een nieuwe werk zwaarder weegt dan het belang van de werkgever. De werkgever wil dat de werknemer bij einde dienstverband zijn concurrentiebeding respecteert.

De rechter kan een concurrentiebeding aanpassen. Dat kan hij doen door de duur van het concurrentiebeding te verlagen van 5 naar 2 jaren. Dit betekent dat het concurrentiebeding mogelijk niet van toepassing is. De werknemer kan dan het concurrentiebeding en/of boetebeding mogelijk succesvol aanvechten.


Schending concurrentiebeding als je voor jezelf begint?


Het concurrentiebeding brengt met zich mee dat het u als werknemer niet toegestaan is om bij een concurrerend bedrijf aan de slag te gaan. Het betekent ook dat het niet toegestaan is dat u voor uzelf begint als u daarmee concurrerende activiteiten verricht. Het is steeds afhankelijk van alle omstandigheden van het geval of een concurrentiebeding wordt geschonden als je voor jezelf begint. Soms kan het niet redelijk zijn om een werknemer aan het concurrentiebeding te houden als het concurrentiebeding voor een langere duur dan 2 jaar wordt opgelegd en/of het concurrentiebeding in heel Nederland geldt. Meestal is een concurrentiebeding afgebakend in duur en gebied.

 
Hoe hard is een concurrentiebeding?


Dat hangt af van de geldigheid ervan. Het concurrentiebeding moet schriftelijk zijn vastgelegd. De werknemer moet bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst volledig duidelijk zijn dat hij zich aan een concurrentiebeding bindt. Het concurrentiebeding is sterker als dit in de arbeidsovereenkomst is opgenomen in plaats van in een personeelsreglement of -handboek. Ook is een zorgvuldige formulering belangrijk. Een concurrentiebeding is sterker als de reikwijdte van het verbod duidelijk en begrijpelijk is geformuleerd. Een goed concurrentiebeding formuleert helder welke werkkring (soort functie en aard van het bedrijf) onder het verbod valt, hoe lang het duurt en voor welk geografisch gebied het geldt.


Hoe kom je van een concurrentiebeding af?


Een werknemer kan een beroep doen op een belangenafweging om van een concurrentiebeding af komen. De werknemer dient te stellen en te bewijzen waarom zijn belang bij vernietiging van het concurrentiebeding zwaarder weegt dan het belang van de werkgever om hem daaraan te houden. De rechter zal uiteindelijk op basis van alle feiten en/of omstandigheden een belangenafweging uitvoeren.

 

Wat mag niet in een concurrentiebeding staan?


Het is de werknemer dan niet toegestaan om bij een concurrent van zijn (voormalige) werkgever te gaan werken. Dit betekent dat een werknemer pas na afloop van een termijn van bijvoorbeeld 2 jaar na einde dienstverband bij de concurrent in loondienst mag treden. Partijen kunnen door afspraken te maken hier vanaf afwijken.

 

Wanneer kunt u een boetebeding matigen?

In de praktijk heerst de misvatting dat een concurrentie- of boetebeding zinloos is. “Je hebt er in de praktijk toch niets aan“, zegt men dan vaak. Ook werknemers gaan soms te luchtig om met een concurrentiebeding. Die denken vaak dat een boetebeding omlaag te kunnen krijgen door een beroep te doen op matiging. Dat kan dure vergissingen opleveren. Een boetebeding kan niet zomaar worden gematigd. Daarvoor moeten goede gronden aanwezig zijn.


Vragen over het aanvechten van een concurrentiebeding en boetebeding?


Heeft u meer vragen over het aanvechten van een concurrentiebeding of het matigen van een boetebeding? Neem dan contact op met mr. P.A. Bonaparte. Hij kan een procedure starten bij de kantonrechter om deze van tafel te krijgen zodat u zonder problemen aan de slag kan met uw nieuwe baan. Bel, sms of WhatsApp naar 06 15 43 85 06 of e-mail naar p.bonaparte@keizersadvocaten.nl. U kunt ook contact met ons opnemen via het algemene e-mailadres ka@keizersadvocaten.nl en het vaste telefoonnummer van kantoor (0)40 24 45 600

De voetnoten

[1] artikel 7:653 lid 1 BW;
[2] artikel 7:653 lid 3 BW;